Linnen 100x150 acryl.

Koningskaars met bijen en kruisspin

Op linnen no 22

vervolg op linnen no. 22.

klik hier voor op linnen no. 23.

Stranden in de nacht.

Het was aan het einde van de vorige eeuw.

Dat klinkt lekker ver weg.

In de regen met de bus van Leiden naar Katwijk.

Ja zo`n afspraak laat je niet af hangen van een bui.

Ik ga de zomernacht in met plu en warme kleren.

Maar voor we het mulle zand op zoeken drinken we eerst nog iets.

In een van de drukke tenten weten we zelfs om dit uur nog koffie te bemachtigen.

En dan is het zover. In het donkere zand dat hier en daar groenlicht geeft zoeken we de weg naar Zandvoort aan Zee.

Ons enige licht in deze nacht is het wit van de golven en de groene lichtbeestjes in het zeewater.

Deze kun je alleen in augustus aantreffen.

Beide hebben we onze partners thuis gelaten en zo gaan we een vreemde wereld in.

De nachtwereld van de kustlijn.

Alleen zijn wij daar verder niemand.

De schelpen kraken onder onze voeten en het enige wat onze aanwezigheid verraadt zijn onze voetstappen, die achter blijven in het zand.

Buiten ons gesprek hoor je alleen de golven slaan op de kust en de wind die vrij spel heeft over het strand en de duinen.

Al pratend en zoekend gaan we verder.

Direct in het begin al moeten we het strand even verlaten.

De Oude Rijn mondt hier in zee uit en over een burg gaan we verder.

En daar na zoeken we het strand weer op.

Ons gesprek gaat over koetjes en kalfjes maar op het strand zien we geen leven.

Alles slaapt of lijkt te slapen behalve wij.

Ineens stopt het gesprek, plotseling en de zin wordt niet afgemaakt . Ik realiseer mij snel dat er iets niet goed gaat.

Ik zie mijn wandelvriend voorover gebogen staan en hij heeft geen lucht meer. Snel geeft ik hem een harde klap op zijn rug en een stuk worst schiet uit zijn keelgat.

Mijn hemel wat had ik moeten beginnen.

Ik wist niet eens waar ik was .

De duinen hier zijn voor mij onbekend en geen telefoon of vuurpijl.

Gelukkig gaf mijn dreun de oplossing.

Allebei zijn we flink geschokken en dit moment laat ons goed voelen dat we op dit stukje wereld alleen zijn zonder alles wat er achter die duinen wel is.

Onder tussen is de regen opgehouden zonder dat we het merken.

Het is zo bijzonder zo`n nacht langs die golven en turen in het donker.

Je denkt iets te zien en dan is het niets.

We volgen de slingerende kustlijn .

Doordat het vloed is moeten we het opkomende water goed in de gaten houden.

De zee probeert steeds meer zand in zich op te nemen.

Af en toe stappen we in een kuil die zich in het donker heeft verscholen.

Na uren lopen door het mulle zand

en stappend over aangespoeld wrakhout

breek langzaam het daglicht over de zee door.

Het is net een kijkdoos.

Het eerste kwartier krijgen we maar een klein stukje te zien.

En het gaatje van deze kijkdoos wordt elke 10 minuten groter.

En dan is het geen kijkdoos meer.

Het wordt een podium waar de golven hun rol spelen

en de duisternis de gordijnen zijn.

Steeds breekt er meer licht door nu moet ik denken aan het Panorama Mesdag.

De zee geeft zich zelf steeds meer bloot en het daglicht wint terrein.

En uiteindelijk is in deze vroege ochtend de hele zee en het strand zichtbaar.

In de verte ligt Zandvoort aan Zee.

Het lijkt dichtbij maar het zal nog 2 uur duren voordat wij op een bankje om 6 uur in de ochtend ontbijten met restjes worst en kaas en wijn.

In Haarlem nemen we afscheid van elkaar met een gevoel van.

Er is meer. Er zijn meer stranden en er zijn meer nachten.

Dit smaakt naar meer….

Een nieuw plan is snel geboren.

We nemen de boot naar Texel en het streekbusje brengt ons naar het noorden van het eiland.

Het weer is goed.

Met warme koffie en wat eten hebben we ons versterkt en

dan gaan we het strand op zoeken.

Tegen de tijd dat we op het strand aankomen zien we geen zee.

Eerst maar wat lopen en kijken of we de branding kunnen horen.

Nee aan onze linkerhand liggen de duinen en recht is het zand.

Ik vraag me af of dit nu strand of wad is.

Door deze twijfel durf ik niet naar de zee op zoek te gaan.

Ik ben bang voor snel opkomend water.

En omdat niemand weet dat we hier zijn.

zal nooit hulp komen.

Nee, we besluiten gewoon rechtuit te lopen en

de duinenrij in de gaten te houden.

De afstand van de duinen en ons moet binnen het bereik blijven.

Het weer verandert snel.

Diep donkere wolken hangen laag over het strand.

Met een beetje fantasie kun je naar ze toe springen.

Harde regens komen uit deze donkere massa.

De vuurtoren ligt nu ver achter ons.

Alles is donker.

Hier zijn geen lichtgevende beestjes en witte golven.

Hier is het aarde donker en nat.

Na een lange tijd lopen verandert het strand het wordt steeds meer drassig.

We besluiten de duinen in te gaan.

In de duinen is de grond laag begroeid.

En de bodem is ongelijk met diepe kuilen.

Voorzichtig lopen we hier.

We kunnen ons geen misstap veroorloven.

Terwijl we klauteren van duintop naar dal komen we hier iets wits tegen.

Het is moeilijk te zien wat het is maar wanneer we dichterbij komen zien we een kudde schapen.

Ze hebben geen interesse in ons en wij ook niet in de schapen.

Wij begrijpen nog steeds niet waarom we niet gewoon langs de zee naar het zuiden kunnen lopen.

In het donker door de duinen lopen valt ons zwaar tegen en het vraagt veel tijd.

Op een gegeven ogenblik moeten we van richting veranderen en kiezen tussen twee vuurtorens.

Ik denk dat ik de goede kies maar veel later komen we bij de vuurtoren uit waar we zijn begonnen.

Teleurgesteld door deze fout en het weer gaan we door de duinen verder.

We komen paarden tegen. Ze staan rustig bij elkaar in de regen.

Bij een restaurant zijn jongelui die onder een afdakje proberen te slapen.

Over slapende campings lopen we en iemand die komt kijken wie daar zijn.

Langs gesloten hotels gaan we maar we besluiten toch maar verder te lopen..

Steeds natter wordt alles, mijn rugzak is doorweekt.

Mijn rug voelt nat en koud aan.

Moe en moedeloos ben ik.

Steeds langzamer loop ik. Om een uur of vier heb ik het gehad.

Ik stel voor een taxi naar de haven te nemen en daar te wachten op de eerste boot.

Een taxi is snel gevonden.

Even latere zitten we als twee verzopen katjes schuilend onder een abri.

Een gevoel van opluchting komt over mij wanneer een eerste boot start klaar is voor Den Helder.

Deze mislukking moeten we een keer goed gemaakt worden, dat staat vast.

Een nieuw plan voor Texel komt al snel naar voren.

We gaan twee dagen lopen van noord naar zuid en we kijken overdag waarom het niet mogelijk was wat we wilde.

Bij onze twee poging over dag ziet alles er vriendelijk uit.

Het weer is prima.

Het strand vriendelijk.

Nu zien we voor het eerst hoe uitgesterkt het strand is van de Noordkop van Texel.

Wanneer we een paar uur verder lopen zien we de slurf, een zee inham.

We weten nu waarom wij niet recht door konden lopen maar de duinen in moesten.

De begroeiing is prachtig en het uitzicht vanaf het duin over de slurf is echt schitterend.

Ook nu gaan we de duinen in maar dan wel op de paden.

We herkennen de gebieden die we die nacht door gelopen hebben.

Overal staat “verboden toegang natuurreservaat” .

Samen kunnen we er om lachen.

Dus die hele nacht was verboden terrein.

Nu verloopt alles ontspannen.

Prachtige duinbegroeiing en zon.

Deze keer echt geen regen.

Tegen het einde van de dag komen we in een plaatsje waar het druk is.

Veel mensen op terrasjes.

Het is er vrolijk en gezellig.

We zoeken een plekje tussen deze gezelligheid.

Wel verdiend rusten we uit.

Wij laten ons verwennen met heerlijk eten en drinken.

Wanneer de zon begint onder te gaan stappen we op en gaan naar het strand om daar de nacht door te brengen.

We lopen de trap af ze zoeken een plekje tegen het duin.

Ik heb winterkleren bij mij en een paraplu-tje en stuk plastic om mij te beschermen tegen de wind.

Mijn wandelvriend heeft een goede slaapzak .

Allebei installeren we ons voor de nacht.

De slaapzak is een betere oplossing dan mijn plu met plastic.

Snel valt hij in slaap niet meer bewust van de omgeving.

De branding van de zee en het geklapper van het plastic houdt mij uit mij slaap.

Ik doe ook geen oog dicht.

Het plastic dat samen met mijn plu een tentje moet voorstellen

vraagt wel erg veel verbeeldingskracht om dit zootje als tent te zien.

De tent en het lawaai van de branding zorgen er voor dat ik alles zie wat er op het strand gebeurt.

Een paar gaan mensen in de nacht pootje baden.

Ons merken ze niet op.

Het valt mij gemakkelijker een nacht te lopen dan mij over te geven aan deze nacht.

Zodra het ochtend wordt staan we op.

Heb je kunnen slapen vraagt hij.

Ik niet, zeg ik.

Wanneer je net zo`n slaapzak koopt, lig je veel warmer en je kunt er wel 20 jaar mee doen.

In stilte rekende ik uit, 20 jaar.

We lopen nu het laatste deel van de wandeling over het eiland.

Netjes over de paden en langs de campings.

Totdat we in de middag in het zuiden bij de boot aankomen.

Deinend over het water denk ik terug aan al die stranden.

Corry den Hollander

verhaal.

klik hier voor diverse thema`s.

klik hier voor op linnen startpagina.

klik hier voor welkom startpagina.

klik hier voor kleine doekjes.

Klik hier voor Drie doekjes.

klik hier voor schilderijen op papier.

klik hier voor in steen.